De (na)zomer geeft zich meer en meer uit handen aan de herfst. De dagen worden korter, het licht zachter of zo je wilt: valer. De warmte zakt uit de lucht, bladeren laten los, wat groeide en bloeide komt tot stilstand. Veel gewassen en fruit hadden deze zomer een bijzonder weelderige opbrengst. Onze kasten en vrieskisten puilen uit. Maar nu komt de natuur tot rust. Dat kan ook gevoeld worden als een verlies. Wat vol kleur was, wordt bruiner, sterft af, wordt stof dat vergaat. Wat eens groeide en bloeide, keert terug naar de aarde.
Daar herkennen we makkelijk iets in van het levensgevoel van deze tijd. Er zijn dagen waarop de wereld somber aanvoelt. Ik hoor mensen zeggen: “Wat heeft het allemaal nog voor zin! Wat helpt geloven of naar de kerk gaan eigenlijk nog? Het wordt alleen maar slechter.” Mensen dreigen af te haken van de hoop, dreigen de hoop te verliezen. Opmerkelijk dat ik vroeger nog wel eens hoorde verzuchten: “Er moest maar weer eens oorlog komen, dan zouden de mensen wel weer naar de kerk gaan.” Ik was daar al nooit een fan van, van die uitspraak en nu meen ik zelfs een tegengesteld gevoel te bespeuren. Nu we in een soort voor-oorlog zouden zitten, dreigen mensen af te haken. De hoop lijkt schaarser te worden, het geloof kwetsbaarder. Het doet denken aan de woorden in het begin van het bijbelboek Samuël, als hij nog maar een jongen is: “Er klonken in die tijd zelden woorden van de Heer en er braken geen visioenen door” (1 Samuël 3: 1b).
En toch – juist in die kwetsbaarheid, juist in die afnemende warmte, gloeit er iets van het wezen en de kern van geloven op. Want geloof is niet iets dat vanzelf bloeit in de zomerzon. Het is iets dat zich oefent en verdiept wanneer het kouder wordt, wanneer het donkerder is. Het is een klassieke wijsheid dat geloof beproefd wordt. Nee, leuk is dat niet. Geloven heeft altijd iets in zich van ‘en toch ..’ Geloven heeft ook altijd iets tegendraads en eigenwijs in zich. Geloven gaat tegen de stroom in. Zie ons grote voorbeeld Jezus himself.
Als de wereld donkerder lijkt te worden, is het aan ons om mee te zuchten en kyrië te roepen, om dan vervolgens het licht te ontsteken en de lofzang te zingen. Kyrië en Gloria horen bij elkaar. En bij dat zingen en roepen helpen we elkaar. Tegen de verdrukking in. Niet luidruchtig, maar stil en trouw. Eén kaars in de vensterbank of bij het kruis, één lied dat we blijven zingen, één hand die we vasthouden. Zo’n enkel gebaar maakt de wereld al mooier, lichter, vrolijker. En is een begin voor méér. Laat het vertrouwen groeien dat het kán: vrede op aarde en goedheid onder de mensen.
In de maand november denken we ook aan wie ons zijn voorgegaan. We noemen hun namen, en we steken een kaars voor hen aan. Ook dat is een gebaar tegen de duisternis in. In die kleine vlammen wordt zichtbaar wat geloof eigenlijk is: niet de ontkenning van het donker, maar het vertrouwen dat het licht het laatste woord houdt. Dat de liefde aan het langste eind trekt. We weten niet of dat zo is, maar we houden er wel aan vast, desnoods tegen de verdrukking in.
En misschien is dat wel de roeping van de kerk in deze tijd – om niet groter of luider te willen worden, maar om licht te blijven ontsteken. Om te blijven hopen, blijven bidden, blijven zingen. Want hoe donkerder het wordt in de wereld, hoe helderder het licht schijnt dat we voor elkaar en de wereld mogen aansteken.
Gedachtenis
Zondag 2 november is de gedachtenisdienst; dit jaar precies op de dag dat in de katholieke traditie Allerzielen wordt gevierd. Het thema van de dienst is “Omdat er liefde is …” Met het ontsteken van een kaars gedenken we in deze viering gemeenteleden die sinds vorig jaar zijn overleden, maar ook anderen met wie we ons verbonden voelen.
Daarnaast is er in de dienst alle ruimte om overledenen te gedenken die niet expliciet genoemd worden, maar waarvan we de namen meegedragen in ons hart. Natuurlijk is iedereen welkom, ook in deze dienst, lid of geen lid of een beetje lid van de kerk. De dienst vindt plaats in Stompetoren. De cantorij onder leiding van Agnes Kauffman verleent medewerking en de dienst is mede voorbereid door de werkgroep liturgie.
Wat was
Dat was een goed bezochte Floordienst in de grote kerk van Schermerhorn. Dat we aan kwamen lopen bij de kerk was ik onder de indruk van de enorme hoeveelheid trucks die stonden opgesteld. De chauffeurs hadden die nacht onder de rook van de kerk hun kampement opgeslagen, indachtig het thema van de Floor Op de camping. De collecte voor de Tent of Nations bracht veel op. Ik vat het op als een teken dat dit vredesinitiatief een warm hart wordt toegedragen. Ik zag in Trouw wat dat betreft ook hoopvolle berichten van Palestijnen en Israëliërs die elkaar de hand reiken. Hier en daar letterlijk over de grens heen. Naar analogie van de familie Nassar van de Tent of Nations weigeren zij vijanden van elkaar te zijn. Hoopgevend! Lichtpuntjes in tijden van angst en wanhoop.
Trouwens, als er – naar analogie van andere kerken – behoefte is om een gesprek met elkaar te hebben over Israël en de Palestijnen, dan sta ik daar uiteraard voor open. Ik heb niet het gevoel dat het in onze gemeente spanningen oproept omdat er niet zo verschillend over gedacht wordt, maar dat laat onverlet dat het wel heel prettig kan zijn er met elkaar over te spreken. Laat het me maar weten.
Bijbelgroep
Van maandag 10 november tot en met maandag 1 december is er weer bijbelgroep. We schuiven dan weer aan de keukentafel van Adri Kostelijk (met een lekker stukje koek van Corrie van der Weij). We beginnen steeds om half elf en eindigen rond de klok van half twaalf. Doordat we nu lezen uit Lucas, komen de verhalen ons wat makkelijker dicht op de huid, waardoor er ook meer onderling gesprek ontstaat over actuele onderwerpen, al dan niet persoonlijk. Wees welkom! Aanmelden bij ondergetekende of Adri.
Kerkasiel
Ik zit zeker te broeden om weer een nieuwe bijdrage aan de doorgaande viering te leveren. Als ’t zover is, komt een uitnodiging om mee te gaan tot u via de app en mededelingen in de kerk.
Nog eens: de herfst
Van Jelly Verwaal:
Als heel de natuur in Uw zonneschijn lacht,
als lente zich tooit in kleurige pracht;
als lammetjes dart’len van louter genot,
dan zeg ik: Hoe groots is Uw schepping, o God!
Als regen de akker weer voedsel geeft,
als daav’rende donder de aarde doorbeeft
– alsof luid de stem klinkt van Uw gebod –
dan zeg ik: Hoe groots is Uw schepping, o God!
Maar tovert de herfsttijd de bladeren goud,
dan is het, alsof je een wonder aanschouwt:
Dan speelt door de bomen een nevelig licht,
als belofte: er is nieuw leven in zicht!
Bij ’t graf van de zomer ontkiemt keer op keer
nieuw leven. Hoe groots is Uw schepping, o Heer!
Ik wens u zegen en licht toe.
Hartelijke groeten,
ds. Marius Braamse

