Na Pasen ….

… volgt na 40 dagen Hemelvaart en dan weer 10 dagen verder Pinksteren. Tenminste …. zo zijn we dat wel gewend. Maar hoe staat het eigenlijk in de bijbel? Dan blijkt het toch op heel verschillende manieren beschreven.

Zo wordt de hemelvaart door Matteüs beschreven als onmiddellijk volgend op de opstanding; niks 40 dagen, maar meteen op de allereerste paasdag. Na te lezen in Matteüs 28. Als Jezus dan volgens Matteüs nog een keer tot de leerlingen spreekt, is dat na zijn hemelvaart, hoog boven op een berg namelijk. Verder in zijn evangelie geen beschrijving van een hemelvaart, noch van een uitstorting van de Heilige Geest. Johannes maakt het nog veel bonter, als ik dat zo zeggen mag: bij hem vallen Pasen, Hemelvaart en Pinksteren op één dag. Hij kondigt een Hemelvaart aan, maar het gebeuren zelf slaat hij over. En het zenden van de Heilige Geest vindt plaats op de ochtend van de eerste Paasdag. Op die dag blaast Jezus op hen en zegt: ontvang de Heilige Geest. Johannes 20: 22. Pasen, Pinksteren en Hemelvaart op één dag!

Lucas steekt het iets anders in en trekt de gebeurtenissen na Pasen wel uit elkaar maar in zijn evangelie is de Hemelvaart nog wel op paasmorgen. Terwijl de leerlingen voor de uitstorting van de Heilige Geest geduld moeten hebben: blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed. Ik vind trouwens de omschrijving van wat dat dan is, de Heilige Geest, mooi: ‘kracht uit de hemel’. Vervolgens neemt Jezus zijn leerlingen voor zijn hemelvaart mee naar buiten de stad en zegent hen. “En terwijl hij hen zegende, ging hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel”, Lucas 24: 50. Dus ook geen 40 dagen tussen Pasen en Hemelvaart.

Is dat nou erg, dat het zo verschillend beschreven staat? Soms vinden we het in elk geval wel een beetje onhandig. Maar ik vond houvast in een begrip van Daniel Sarewitz, namelijk ‘objectieve overdaad’. Hij bedoelt er mee dat de werkelijkheid zo uitbundig en overdadig is, dat je er heel veel verschillende ‘ware’ verhalen over kan vertellen. Een mooie gedachte, die me ook houvast geeft om met elkaar in gesprek te blijven over al die ‘ware’ verhalen. De werkelijkheid is zo complex, zo gelaagd, zo diepgravend, zo veelkleurig, dat er veel verschillende verhalen nodig zijn om er iets van te kunnen laten oplichten. Zeker als het gaat over de zaken des geloofs.

“Onze” 40 dagen tot Hemelvaartsdag en dan tien dagen tot Pinksteren, komen wèl uitdrukkelijk voor in het Bijbelboek Handelingen der Apostelen. Dat wordt ook wel het Tweede boek van Lucas genoemd. Net als het evangelie van Lucas is het boek namelijk gericht aan Theofilus, terwijl onderzoek door bijbelwetenschappers uitwijst dat het in taalgebruik en theologie veel overeenkomsten vertoont met het evangelie van Lucas.

Maar de hemelvaart staat er wel anders in beschreven dan in z’n eerste boek, veel uitgebreider ook dan in het evangelie. Jezus spreekt in Handelingen ook nog uitgebreid met zijn leerlingen, steekt ze een hart onder de riem, nu ze zonder zijn lichamelijke, fysieke aanwezigheid verder moeten.

Met de tussentijd tussen Pasen en Hemelvaart / Pinksteren die Lucas hier wel inbouwt, lijkt hij te willen onderstrepen dat er nu iets nieuws begint, nadrukkelijk een nieuwe episode, dat er nieuwe draden worden opgepakt die verder weven op een nieuwe manier. Er heeft vast en zeker tijd gezeten – denk ik – tussen het sterven van Jezus en het ontstaan van een hele nieuwe beweging, te weten de kerk. Pas gaande de tijd drong de betekenis van Jezus echt tot zijn leerlingen door. Doordat de verhalen de ronde bleven doen over wat hij wat had gedaan en wat hij had gezegd. Doordat mensen die dicht bij hem hadden gestaan begonnen te begrijpen dat die nieuwe manier van doen en van geloven, dat zij dat met elkaar en voor elkaar voort konden zetten, zoals Jezus ook had gezegd. De beweging die Jezus in gang had gezet, het water dat in beweging was gekomen, had ook uit kunnen doven, maar ze merkten gaande tijd dat het juist bleef leven. Het bleef stromen die vernieuwende gedachten, die nieuwe kijk op God waarvoor Jezus hun de ogen had geopend. Het bleef leven. Of: Hij bleef leven! In hun verhalen, in wat ze met elkaar deelden, in de herinneringen die ze ophaalden. Zie het verhaal van de Emmaüsgangers. Sowieso heeft het een tijdje geduurd voordat de beweging van Christus breder werd dan alleen de groep van leerlingen.

Hoe dat ook zij, Lucas laat Pinksteren samenvallen met het joodse Wekenfeest, Sjavoeot. Ook dat is van oorsprong een oogstfeest, net als Pasen. In het Oude Testament staat beschreven hoe er zeven weken geteld moeten worden vanaf het moment dat de eerste sikkel in het koren gezet wordt. Die eerste sikkel in het koren is Pasen, terwijl die zeven weken 50 dagen daarna is als je de begindag en de einddag beide meetelt (en zo telde men in die tijd de dagen, net als een reisbureau vandaag de dag het aantal dagen van je trip). Letterlijk genomen betekent het Griekse woord Pinksteren, Pentèkostè, eenvoudig vijftigste dag. Het is ook zo dat kerken die sterk de nadruk leggen op de gave van de Heilige Geest ook wel Pentacostels worden genoemd. In het Nederlands spreken wij dan over Pinksterkerken.

Tussen Pesach en Sjavoeot, tussen Pasen en Pinksteren, zit in het jodendom de zogenaamde Omertijd. De dagen worden geteld, om zich zo van dag tot dag Gods goedheid te binnen te brengen, zoals blijkt uit de rijkdom van de oogst. Dat tellen van de dagen is de kerk ook gaan doen. Ze telden de dagen van de spirituele oogst van het Paasfeest. Dat spelden ze elke dag uit en ze sloegen het vasten op vrijdag in de vroege kerk in deze periode over: de vreugde kon volkomen, ongebroken zijn! Het was een grote verlenging van de vreugde van Pasen. Er waren plaatsen dat men in deze periode ook niet knielde: wie zijn opgestaan hoeven niet te buigen.

Tot in onze tijd zijn er kerken die de paaskaars alleen branden in de periode van Pasen tot en met de Hemelvaart. Daarna wordt die gedoofd. De Heer is niet meer in ons midden. En is het wachten op de Geest die ons nieuw leven geeft, nieuwe levensadem. We noemen de zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren ook wel wezenzondag. Voor één zondag staan we er bij stil dat we ons verweesd voelen. Maar wel in de verwachting van de komst van de Heilige Geest, de manier waarop God met ons meereist door het leven. De naam wezenzondag is ontleend aan Johannes 14:18: Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug.

Op de vijftigste dag gaan joden als het mogelijk is naar de tempel gaan om wat van de oogst aan God te offeren. Zo is Sjavoeot ook een pelgrimsfeest. Vandaar ook al die verschillende nationaliteiten op het Pinksterfeest, zoals beschreven in Handelingen. Men is uit alle hoeken en gaten naar Jeruzalem gereisd om daar het Wekenfeest te vieren.

Gaande de tijd zijn deze oogstfeesten ook direct verbonden met een geloofsinhoud. De rijke oogst die verwijst naar Gods verbond met mensen. En Sjavoeot als het feest van de doorgaande vernieuwing van dit verbond. Niet zo gek dus, dat Lucas een nieuw begin laat beginnen op het feest dat de joden vieren als vernieuwing van het verbond. En zo wij ons Pinksterfeest.

ds. Marius Braamse