Van de predikant

Terugkijken doe ik, onder andere, op een geslaagde Floordienst. Ik had zelf het gevoel dat het in de dienst goed lukte om aan de hand van het sprookjeshuwelijk tussen Boaz en Ruth de trouw van God uit te spellen. Als een geleefde en beleefde werkelijkheid die al eeuwen met mensen meereist. Zo beroerd kan de toestand van iemand of van de wereld er niet aan toe zijn of God vindt altijd wel weer een gaatje om een nieuw begin te maken en mensen weer te inspireren om in beweging te komen en de toekomst tegemoet te treden.

Het was fijn om samen met dorpsgenoten en katholieke broeders en zusters te kunnen vieren. Met een prachtig koor onder leiding van onze Agnes. Het kerkgebouw was ook prettig gevuld. Een mooie kant van het Bijbelboek Ruth is dat vrouwen er een prominente rol in spelen. Zoals trouwens in heel veel Bijbelverhalen. Het verhaal van de opstanding bijvoorbeeld kan ook onmogelijk verteld worden zonder de rol van vrouwen daarin prominent uit te lichten. Hetzelfde geldt natuurlijk voor het verhaal van kerst; daarin spelen Maria en Elizabeth een hoofdrol. Nou ja, dat is te zeggen: de hoofdrol is natuurlijk weggelegd voor het ingrijpen van God in deze wereld via engelen en dromen. Maar mannen heeft God op cruciale momenten niet nodig. Wel een mooi tegenwicht tegen zo’n zinnetje in het verhaal van de vijf broden en twee vissen, dat alleen mannen worden geteld, waardoor vrouwen en kinderen toch een beetje bijzaak lijken.

We kunnen ook terugkijken op een hele prettige ontmoetingsmiddag / -avond in het kerkgebouw van Stompetoren. Dat was in de laatste week van september. Het was (zeer goed) georganiseerd door de pastorale raad en het wijkteam van Stompetoren. Elders in deze Aanwijzer een mooi verslag van de hand van Adri Kostelijk. Het was lekker druk, de pubquiz was niet te moeilijk en het kennismaken met elkaar en bijpraten met bekenden kreeg alle ruimte. Een eenvoudige, maar smakelijke maaltijd met soep en broodjes maakte het geheel compleet. Het was leuk dat er ook een aantal mensen uit Graft, de Graftdijken en De Rijp was. Ik heb de indruk dat we steeds beter de weg weten te vinden naar elkaars activiteiten. Dat is mooi, want het vergroot de keuzevrijheid van ons allen, zonder dat er een druk op de gemeente of de predikant komt te liggen om nog meer te organiseren.
Eerder in september hadden de pastoraatsmedewerkers van de Schermer en Graft-De Rijp een ontmoeting met elkaar die ook in zeer goed harmonie verliep. Voor goed begrip: we zijn niet van plan om van alles samen te gaan doen of zo (wel het al genoemde openstellen van de activiteiten voor elkaar), maar het is nuttig elkaar te kennen, als een burencontact, voor als je elkaar nodig gaat hebben of elkaar tegenkomt.

Wat komt
Komende week hebben we eerst de Gedachtenisdienst, zondag 5 november in het kerkgebouw van Stompetoren. Het thema van de dienst is Geborgen in het Licht en als belangrijkste lezing zullen de eerste verzen van Johannes 14 klinken over het Huis mijns Vaders. We noemen de namen van gemeenteleden en namen van mensen die verbonden zijn met onze gemeente(leden) die sinds advent vorig jaar zijn overleden. Bij elke naam ontsteken we een kaars. We staan in de dienst ook stil bij overledenen die niet expliciet genoemd te worden, maar van wie de namen leven in ons hart. Ook daarvoor is er de mogelijkheid een lichtje te ontsteken.
Een andere mogelijkheid tot gedenken hebben we gecreëerd op donderdag 2 november, Allerzielen, als het kerkgebouw van Stompetoren opengesteld is tussen 15.00 en 17.00 uur. Er is dan gelegenheid een kaarsje te branden, binnen te lopen voor ‘zomaar’, voor een gebed, of om even een gesprekje te hebben met een van de aanwezige ambtsdragers.
Natuurlijk is bij beide gelegenheden iedereen zeer welkom.

Verder gaan we dan in november toewerken naar de Advent. Doordat Eerste Kerstdag dit jaar op een maandag is, begint de Advent laat: 3 december is pas eerste advent. Tot die tijd staan er in november voor de kerkdiensten lezingen op het programma uit Matteüs over hoe hij de eindtijd voor zich zag. Hij heeft er een lange redevoering van twee hoofdstukken over geschreven in zijn evangelie, hoofdstuk 24 en 25. Er staan een paar beeldende gelijkenissen in, bijvoorbeeld de bekende gelijkenis van de vijf dwaze en de vijf wijze meisjes (de vertaling van de NBV ’21 heeft er ‘meisjes’ van gemaakt; tja). Een gelijkenis die dan weer de vraag oproept waarom de laatkomers er niet meer in mogen. En nog zoiets: het is misschien wel wijs om de olie niet te delen als je alles voor jezelf wilt houden, maar ik dacht nou juist dat het evangelie aanspoorde om te delen: als je zelf twee hemden hebt …. enzovoorts; u kent de aansporing. Kortom: een gelijkenis die vragen oproept.
Zoals ook vragen opgeroepen worden over de gelijkenis van de mensen die een verschillend aantal talenten krijgen. Die er één heeft gekregen besluit het te begraven tot zijn meester weer terugkomt. We kunnen er nog wel inkomen dat dat niet de bedoeling is. Maar de hardheid waarmee de man vervolgens veroordeeld wordt … Ik dacht nou juist dat het evangelie ons ook vergeving predikte.
De redevoering bevat trouwens ook het verhaal dat de geschiedenis ingegaan is als de ‘werken van barmhartigheid’ met de klinkende zin dat wat we voor de geringsten op deze wereld doen, we dat voor Jezus doen. Grappig weetje: Matteüs noemt er maar zes, terwijl wij het altijd hebben over de zeven werken van barmhartigheid. In de Middeleeuwen heeft men er het begraven van de doden aan toegevoegd. In tijden waarin de pest rondwaarde voorwaar een groot werk van barmhartigheid!

Naast deze verhalen bevat de redevoering ook teksten waar je niet vrolijk van wordt. Over verschrikkingen waarvan Matteüs dacht die gepaard zouden gaan met de (weder)komst van Jezus. Hij put daarvoor uit oude bronnen, zoals het Bijbelboek Daniël. De verschrikkingen die Matteüs beschrijft zijn vast een weerspiegeling van de vreselijke tijd waarin Matteüs leefde, toen hij zijn boek schreef (na het jaar 70). Bij wat hij allemaal zag, moet hij gedacht hebben dat de wereld nu toch werkelijk op z’n einde liep! De Joodse oorlog ging met vreselijke gruwelen gepaard. En Jeruzalem werd met de grond gelijk gemaakt (de tempel was verwoest!) en de inwoners werden afgeslacht of verdreven. De eerste Christenen stonden bovendien bloot aan vervolgingen. Wat Matteüs beschreef aan gruwelen, dat zag hij voor z’n ogen gebeuren. Tegelijk hield hij de vlam van de hoop brandend: wie dit allemaal doorstaan heeft, mag delen in de heerlijkheid van Jezus. Dat was zijn hoop en uitzicht: dat Jezus spoedig terug zou keren om orde op zaken te stellen. Hij vermoedt dat zijn generatie dat nog zal zien!
Intussen weten wij dat het zo niet gegaan is. En onze kijk op de mogelijkheid van een wederkomst is veranderd sinds het begin van het Christendom. Mede omdat het nu al zo lang duurt en er nog steeds geen (weder)komst heeft plaatsgevonden, houden steeds minder gelovigen serieus rekening met de wederkomst, laat staan dat wij dat nog mee zullen maken. Terwijl zich nog steeds afgrijselijke dingen afspelen op het wereldtoneel en in het leven van mensen. Ik hoef hier alleen maar Gaza en Oekraïne te noemen. Terwijl ik ook denk aan mensen die individueel veel te verstouwen hebben.
Dat ook wij echter de vlam van de hoop niet doven, blijkt uit de liturgische weg die we gaan, door het duister heen, naar het steeds uitbundiger stralende licht van het omzien van God naar zijn wereld. Want dat is geloof: dat we ons niet neer wensen te leggen bij hoe het – nog steeds – her en der gaat in de wereld en in het leven van mensen.
Dat is geloof: dat we de vlam van de hoop weer ontsteken en dat vuur laten groeien zelfs.
Dat is geloof: zeggen dat het niet kan bestaan dat God ons en deze wereld aan z’n lot over zou laten.
Dat is geloof: ook steeds de ogen gericht houden op die andere werkelijkheid: land van licht en leven!

Meeleven
Her en der steekt corona weer de kop op. Voor wie het treft een vervelende ervaring, die gelukkig niet meer gepaard hoeft te gaan met complete isolatie.
We denken ook aan mensen uit onze kring van de gemeente, vrienden en familie die door ziekte, lijden en de dood worden getroffen. Voor sommigen worden de beperkingen zo groot en is er zoveel zorg nodig, dat thuis blijven eenvoudig niet meer gaat. Aan de ene kant geeft dat vaak lucht voor de mantelzorgers, maar ook gevoelens van tekortschieten. Voor de betrokkenen zelf voegt de verhuizing vaak nog toe aan het verdriet. Gelukkig verdwijnt dat ook vaak snel als wordt ervaren hoe goed er gezorgd wordt ….
We staan om elkaar heen en laten elkaar niet los.

Tot slot
Ik kwam een mooi lied op het spoor uit het Liedboek, dat we – na wat oefenen – ook zeker een keer gaan zingen in een kerkdienst. Het is lied 918. Vooral het vierde couplet trof me: Mocht ik de leegte zien / dan delen wij ook die. En ook als we de Stem niet horen, dat we dan toch zeggen: Jij bent hier.

  1. Stem die de stenen breekt,
    tijding in duistere nacht,
    stem die in stilte spreekt:
    Ik ben nabij, wees niet bang.
  2. Sprak al voor nacht en dag,
    voordat ik woorden sprak,
    stem die de schepping draagt:
    Ik ben nabij, wees niet bang
    .
  3. Rondom mij in verdriet,
    dichtbij waar ik ook ben,
    angst ondermijnt mij niet:
    Ik ben het – dat is jouw stem.
  4. Mocht ik de leegte zien,
    dan delen wij ook die.
    Ik zie en hoor je niet
    en ben niet bang: Jij bent hier.

Ik wens u van harte nabijheid van de Allerhoogste toe, vooral op momenten dat het leven zich van z’n moeilijke kanten laat zien.

Hartelijke groeten, ds. Marius Braamse