Van de predikant

In de vorige Aanwijzer mocht ik u al een goed nieuw jaar toewensen, maar ik doe dat in dit blad nog eens dunnetjes over: ik wens u een heel goed 2023 toe. Immers, de redactie heeft als voornemen dat dit blad nog voor de jaarwisseling verschijnt. Goede wensen blijven trouwens ook best een tijdje houdbaar! En nu we het er toch over hebben: in het toewensen van een goed jaar, bedoel ik niet zozeer dat alles rimpelloos zal verlopen. Daarmee zouden we het leven overvragen, denk ik. Leven is nu eenmaal niet alleen de hoogten, maar ook de diepten. Niet alleen de stevigheid, maar ook de kwetsbaarheid. Tegelijk vertellen mensen die verdriet meemaken of die in moeilijke omstandigheden zijn dat het goede hun tóch tegemoet komt. Dat zit ‘m dan vaak in de verbondenheid en liefde die andere mensen hen bieden, maar dat kan ook zijn in de veerkracht die ze in zichzelf ontdekken al dan niet mede gevoed door het geloof.

Juist in verdrietige omstandigheden kunnen hele mooie dingen ervaren worden. Ik ken dat zelf ook wel, dat je in moeilijkheden of verdriet het mee kan maken dat je even helemaal uit je eenzaamheid opgetild wordt en verbondenheid en liefde ervaart. En inderdaad, dan is het goed. Dan gebeuren er dingen, dan worden ons dingen geschonken, die boven het verdriet uitgaan. Zó, op deze manier, wens ik u een goed jaar toe, vooral als verdriet of moeilijkheden uw deel zullen zijn. En zó hoop ik ook van harte dat wij er in slagen om ook dit komende jaar samen gemeente zijn. In verbondenheid met elkaar; een band van liefde die ons bevrijdt, die ons uittilt boven ons kwetsbare, tere mens-zijn.

Terugblik
Ik kan nog niet terugkijken op de kerstdagen, want die moeten nog komen als ik dit schrijf. Ik hoop dat het voor ons allemaal dagen zijn geweest die ons de kracht van het nieuwe licht en leven weer te binnen brengen. Om in ons binnenste te verankeren en om weer aan terug te denken, vooral op die momenten dat er duisternis is.
Ik kijk wel terug op intussen twee mooie gesprekken met een groepje uit de gemeente over aarde, de vraagstukken rondom klimaatverandering en zorg voor de aarde. Voortkomend uit de cursus die ik volg ‘Van U is de aarde’. Ik moet denken aan de berijming van psalm 24: De aarde en haar volheid zijn des Heeren koninklijk domein. ’t Is niet van ons, dus alle reden om er goed voor te zorgen.
In het kader van de cursus is ‘aarde’ nadrukkelijk niet alleen te verstaan als de wereld, maar ook gewoon dat spul dat je in je handen kunt nemen, dat ruikt, een structuur heeft; dat lastig is als het tijdens de koolcampagne op de weg terechtkomt.
We gaan binnenkort met de cursusgroep (allemaal dominees) op bezoek bij de man die met een kruiwagen aarde een krui-tocht heeft gelopen naar Parijs, om daar bij de Unesco te vragen om de hele aarde op de wereld erfgoed lijst te zetten. De aarde in de kruiwagen kwam uit allerlei hoeken en gaten van Nederland en daarbuiten. Dat wil zeggen, steeds maar een eetlepeltje, om op die manier ook tot uitdrukking te brengen dat we van de aarde eten. Voor wie er meer van wil weten: zie dagvandeaarde.nl
We hoeven er niet voor naar Parijs, want ook in onze eigen Schermer gebeurt er allerlei moois als het gaat over de zorg voor de aarde.

In de kerk

We sluiten het jaar af met een korte dienst en beginnen het nieuwe jaar ook met een korte dienst. Op 31 december is het kerkgebouw van Stompetoren voorafgaand aan de dienst opengesteld om binnen te lopen van 1 tot 3, waarna we dan om half vier de dienst houden.
Op de ochtend van de eerste nieuwjaarsdag beginnen we in hetzelfde kerkgebouw om half elf met koffie en de laatste oliebollen en appelflappen, waarna we om 11:30 een korte viering met elkaar zullen hebben. Daarna proosten we op het nieuwe jaar en gaan we weer ons weegs.
De zondagen die daarop volgen gaan we door met de lezingen uit Mattheüs, met één uitzondering: de bruiloft te Kana; dat verhaal staat namelijk alleen in Johannes. Veel van de lezingen zullen u bekend voorkomen.
Op zondag 8 januari staat het verhaal van de drie koningen centraal. De hele wereld komt dit kind van God eer en hulde brengen; wierook, mirre ‘ende’ goud. Mattheüs 2, 1 – 12. Dat de drie mannen waarschijnlijk wijzen, geleerden, filosofen of sterrenkundigen zijn geweest doet er helemaal niet toe. Het verhaal brengt het geloof van Mattheüs en ook ons geloof onder woorden: als nou eens uit alle uithoeken van de wereld, van hoog tot laag, iedereen, voor het kind neer zou knielen; dan zou er vrede zijn tussen mensen, tussen volkeren, voor iedereen. Dáár gaat het om, niet wie dit nou precies waren, laat staan of het zich wel echt heeft afgespeeld.
Op 15 januari staat de genoemde lezing van de bruiloft te Kana op het programma. Johannes 2: 1 – 11. We doen geen water bij de wijn in de kerk; we gaan niet voor half werk, nee, we veranderen desnoods water in wijn! Opdat het feest kan zijn voor alle mensen.
De week daarop lezen we hoe de prediking van Jezus op gang komt, met zijn oproep ons te bekeren. Met andere woorden, de oproep met ons gezicht naar het licht te gaan staan. In het verhaal meteen ook de roeping van de eerste leerlingen. Mattheüs 4: 12 – 22.
Het begin van de Bergrede lezen we op 29 januari. De Bergrede kunnen we zien als een preek van Jezus die drie hoofdstukken beslaat: 5 tot en met 7. Speelt zich af op een berg, vandaar de naam. Lukas heeft een soortgelijke rede, maar dat speelt zich af op een vlakte, vandaar dat we die preek in Lukas ‘veldrede’ noemen. De beide redes verschillen trouwens ook wel behoorlijk van elkaar.
De Bergrede begint met de zaligsprekingen. Kort door de bocht steekt Jezus alle mensen daarop neergekeken wordt, een hart onder de riem. Het is geen teken van zwakte als we ons laten raken door – onder andere – het onrecht in de wereld, daar om huilen, daar onder gebukt gaan; als we barmhartigheid willen doen op plekken waar dat niets lijkt uit te halen, bij mensen die de beroerdigheid aan zichzelf te danken zouden hebben. Enzovoorts.
Zondag 5 februari wordt een bijzondere dienst. Behalve dat we avondmaal vieren, zal dan ook Trijntje Leegwater gedoopt worden. Mooi dat dat samen komt: de doop staat symbool voor de opname van de dopeling in de gemeenschap rondom Woord en Tafel. En het evangelie dat klinkt is ook wel heel toepasselijk: ‘gij zijt het zout der aarde’, ‘gij zijt het licht der wereld’. Mattheüs 5: 13 – 16. We zullen de doopkaars ontsteken als teken van dat licht en een oud gebruik is wel om beetje zout op de tong van de dopeling te leggen. Dat laatste gebruik passen we in onze kerken niet toe, maar is een veelzeggend gebaar. Na de dienst is er koffie met een gemeentevergadering.
Dat Jezus is gekomen om de wet en de profeten (zeg maar: het Oude Testament) te vervullen, horen we 12 februari. Hij komt niet om die woorden af te schaffen, maar om ze integendeel helemaal waar te maken, te voltooien.
Zondag 19 februari worden we uitgenodigd om onze linkerwang toe te keren als we geslagen worden. Gevolgd door de oproep om onze vijanden lief te hebben. Ik heb niet de pretentie te hebben ontdekt wat deze woorden ons te zeggen hebben, wel ben ik er langzamerhand achter dat dit soort aanwijzingen er niet staan voor onze vijand of voor degene die een klap uitdeelt, maar voor óns. Wie zich door wraak ( = terugslaan) laat leiden, heeft geen makkelijk leven. Dat wil weer niet zeggen dat er geen situaties zijn waarin het wel degelijk beter lijkt om terug te slaan; ik hoef alleen Oekraïne maar te noemen. We hebben het kwade te bestrijden, zo is het ook wel weer. Kortom: geen gemakkelijke teksten.
Daarna betreden we de veertigdagentijd op woensdag 22 februari met Aswoensdag. In onze kerken niet gevierd. De zondag die daarop volgt, 26 februari, bladeren we plotseling weer een beetje terug in Mattheüs en lezen we in 4: 1 – 11 over de verzoeking van Jezus in de woestijn.
Hoewel het buiten het bestek van dit artikel valt, noem ik wel vast de dienst van 5 maart. Dan zal Kees Posthumus op het tijdstip dat we normaal kerkdienst hebben, verhalen vertellen over maaltijden in de bijbel. Om naar uit te zien! ’t Is een knap verhalenverteller!

Meeleven
Ja, we wensen elkaar in de eerste weken van januari een gelukkig nieuw jaar. Dat is een mooi gebruik. En er zijn mensen die moois tegemoet kunnen zien in het voor ons liggende jaar: een aangekondigde geboorte, een jubileum, een bruiloft in de familie, een doop, een … enfin, noem maar op. Anderen kijken uit, of zien op tégen, een behandeling van één of andere aandoening. Het uitzien naar genezing of verhelpen van een mankement kan trouwens gelijk op gaan met het er tegen op zien. Want ja, wie zit er wel te wachten op een ziekenhuisopname of een operatie.
Er zijn ook mensen die tegen het nieuwe jaar opzien, soms als tegen een berg. Zorgen die drukken om wat er te wachten kan of zal staan in het nieuwe jaar. Spanningen waar men in het voor ons liggende jaar ook weer wat mee zal moeten. Dat soort dingen.
Kortom, genoeg reden om voor het mooie in een mensenleven én voor het nare in het leven van ons mensen een kaars te branden, te danken, te bidden, om elkaar heen te staan als gemeente. Elkaar dus niet uit het oog te verliezen, zoals we ook wensen te geloven dat de Allerhoogste ons niet uit het oog verliest.

Van eigen erf
Daar is eigenlijk niet heel veel van te melden. Wel vast bedankt voor de kerst- en nieuwjaarskaarten die bij ons bezorgd worden, want ook al is kerst nog niet geweest als ik dit schrijf, de kaarten komen al wel binnen. Van 2 tot en met 8 januari ben ik een week vrij; Henny Smit en Jan Vlaming kunnen voor u contact leggen met een vervangend predikant, mocht dat nodig zijn.

Tot slot
Een Nieuwjaarslied met een enorme zeggingskracht:

Door goede machten trouw en stil omgeven,
behoed, getroost, zo wonderlijk en klaar,
zo wil ik graag met u, mijn liefsten, leven,
en met u ingaan in het nieuwe jaar.

Wil nog de oude pijn ons hart vernielen,
drukt nog de last van ‘t leed dat ons beklemt,
o Heer, geef onze opgejaagde zielen
het heil waarvoor Gij zelf ons hebt bestemd.

En wilt Gij ons de bitt’re beker geven
met leed gevuld tot aan de hoogste rand,
dan nemen wij hem dankbaar zonder beven
aan uit uw goede, uw geliefde hand.

Maar wilt Gij ons nog eenmaal vreugde schenken
om deze wereld en haar zonneschijn,
leer ons wat is geleden dan herdenken,
geheel van U zal dan ons leven zijn.

Laat warm en stil de kaarsen branden heden,

die Gij hier in ons duister hebt gebracht,
breng als het kan ons samen, geef ons vrede.
Wij weten het, uw licht schijnt in de nacht.

Valt om ons heen steeds meer het diepe zwijgen,
de eenzaamheid, die nergens uitkomst ziet
laat ons dan allerwege horen stijgen
tot lof van U het wereldwijde lied.

In goede machten liefderijk geborgen
verwachten wij getroost wat komen mag.
God is met ons des avonds en des morgens,
is zeker met ons elke nieuwe dag.

(Lied 511, Dietrich Bonhoeffer)

Dat u zich in het voor ons liggende jaar omringd mag weten door goede machten van trouw, liefde en mededogen. Het ga u goed.

Hartelijke groeten, ds. Marius Braams