Veel heil en zegen in het nieuwe jaar

Kan ik dat nog wel zeggen?
Het klinkt zo ouderwets. En wat betekent het eigenlijk?

Toen las ik het onderstaande stukje in ’t Tussendoortje’, het Parochieblad van Schermerhorn. Het gaat ongeveer zo.

‘Een oude vrouw komt bij de dokter en zegt: “Ik heb één hand vol klachten.”
“Laat maar eens horen”, zegt de dokter.
Mijn duim is het gemis aan mijn ouders.
Mijn wijsvinger verwijst naar mijn lichamelijke klachten.
Mijn middelvinger kan zo weinig meer doen.
Mijn ringvinger is zo eenzaam.
Mijn pink is gekromd door het vele wegvallen van zoveel bekenden.

“Dat is inderdaad een hele hand vol klachten”, zegt de dokter, “maar die andere hand dan?“
“Dat zijn mijn zegeningen, wilt u die ook horen”, vraagt ze.
“Graag”, zegt de arts.

Handen

Mijn duim geeft aan dat ik elke dag voldoende te eten heb.
Mijn wijsvinger geniet van mijn verwarmde huis in de winter.
Mijn middelvinger wordt door zoveel mensen om mij heen geholpen.
Mijn ringvinger is de laatste tijd gespaard voor nog meer ziekte en pijn.
Mijn pink is dankbaar dat ik voldoende geld heb om mijn rekeningen te betalen.
De dokter bekijkt de beide handen.
De vrouw kijkt hem aan en zegt: “Hier zijn twee handen die verdriet hebben gedragen, tranen gedroogd en wel eens tot vuisten zijn gebald. Ook twee handen die weten wat leven is. En weet u wat er gebeurt als ik mijn handen vouw tot een gebed?”
“Nee”, zegt de dokter.
“Als ik bid, gebeurt er iets met mijn handen.
Dan gaat mijn hand met de zegeningen naar mijn hand met verdriet.
Dan vouw ik de vingers in elkaar en dan komen de moeilijke dingen tussen de zegeningen in. En de zegeningen houden de narigheid in mijn leven tegen.
Biddend breng ik mijn verdriet naar het universum. Daarna tel ik de zegeningen.
Weet je, ik ben dankbaar dat ik twee handen heb, ze houden elkaar in evenwicht.
Ze houden mij in evenwicht en zo is mijn leven minder zwaar”.

De dokter knikt instemmend, vouwt de vingers van de ene hand tussen de vingers van de andere hand en blijft verzonken in gedachten zitten.

Adri